April 2025 Femke Vanden Broeck
Als stagiaire bij de fruitigste uitgeverij ter wereld, mocht ik een ontzettend inspirerend gesprek voeren met Bieke. Samen met haar man Mathieu is ze het creatieve brein achter de fantasierijke verhalen van HÖNGRY. Boven mede-oprichtster van een uitgeverij is ze ook de auteur van de kinderboeken met de meest kleurrijke groenten en fruit in de hoofdrol.
Van waar kwam het idee om boeken te schrijven met groenten en fruit in de hoofdrol?
Bieke:
“Mathieu en ik zijn ouders van twee jonge kinderen en aan de eettafel konden die het echt uithangen, zeuren, pruillip zelfs zonder te proeven. We merkten dat we daar niet alleen in waren, veel gezinnen botsen op datzelfde probleem.
Dat zette ons aan het denken: waar komt die weerstand bij kinderen eigenlijk vandaan? En hoe kunnen we die druk aan tafel verlagen en het plezier en die nieuwsgierigheid terugbrengen?
We willen groenten en fruit op een andere manier tot bij kinderen brengen, niet via het bord, maar via de verbeelding, de taal die alle kinderen begrijpen. Ons doel was om groenten en fruit meer zichtbaarheid te geven, ze een persoonlijkheid te geven, en er een wereld rond te bouwen waar kinderen plezier aan beleven. Zo is het idee ontstaan, en daar gaan we sindsdien nog steeds enthousiast mee aan de slag.”
Ik kan mij inbeelden dat het schrijven van kinderboeken niet zo vanzelfsprekend is. Hoe verloopt dat proces precies?
Bieke:
“Je zegt het zelf al: het is écht een proces. Alles begint met ideeën die in mijn hoofd aan het rijpen zijn. Zodra ik voel dat een bepaald idee blijft hangen, begin ik bewuster na te denken over een nieuw boek. Mijn voelsprieten staan dan op scherp: ik haal inspiratie uit gesprekken, een wandeling, iets wat ik zie of hoor… alles kan me op een spoor zetten.
Ik verdiep me ook echt in het thema dat ik wil behandelen. Ik vind het belangrijk om origineel te blijven, dus ik kijk ook welke boeken er al bestaan rond dat onderwerp. Zo kan ik bewust kiezen voor een frisse, andere invalshoek. Als het concept helder is, schrijf ik een eerste versie. Die herschrijf ik dan meerdere keren. Tijdens het schrijven let ik steeds op het ritme van het verhaal: nodigt het uit om verder te lezen? Waar zitten de pageturners? Zijn er momenten die verrassen of raken?
Wanneer ik een versie heb waar ik tevreden over ben, stuur ik die door naar mijn redacteurs. Die bekijken de tekst met een frisse blik en geven feedback. Met die inzichten ga ik opnieuw aan de slag. In die fase begin ik ook hardop voor te lezen, dat helpt me te horen of de tekst goed klinkt en vlot voorleest.
Als ik dan echt voel: dit zit goed, stuur ik de tekst naar Bram, onze illustrator. Hij laat er dan zijn creativiteit op los en maakt de eerste illustraties. Op basis van die beelden pas ik nog stukjes tekst aan. We zoeken samen naar de juiste balans tussen tekst en beeld, want niet alles wat getoond wordt, moet ook gezegd worden—en omgekeerd.
Zo komen we uiteindelijk tot onze ‘Golden Cut’: het moment waarop alles klopt. Dán gaat het boek naar de drukker.”
Wat was de inspiratie achter de keuze van de groenten en fruit in jullie boeken? Hebben jullie bewust gekozen voor dingen die kinderen soms lastig vinden om te eten?
Bieke:
“Ja, absoluut. Ik kom uit de marketingwereld, dus over het concept werd zeker nagedacht -lacht.
We wilden starten met personages in alle kleuren van de regenboog. Het bekende motto ‘eat the rainbow’ inspireerde ons om een kleurrijk en gevarieerd gezelschap samen te stellen.
Daarnaast kozen we bewust voor groenten en fruit die nét iets minder vanzelfsprekend zijn. In plaats van de klassiekers zoals een aardbei of een ananas, gingen we bijvoorbeeld voor een framboos of een maïskolf—iets minder alledaags, maar net daardoor extra origineel.
We zochten naar een goede mix tussen herkenbaarheid en verrassing: groenten en fruit die kinderen al kennen én soorten die ze misschien nog niet zo vaak tegenkomen. Op die manier hopen we hun nieuwsgierigheid te prikkelen, zonder dat het te belerend wordt.
En natuurlijk keken we ook naar het ‘karakter’ van elk stuk fruit of groente. Je moet er verhalen rond kunnen bouwen. Maïs, bijvoorbeeld, is misschien niet de meest toegankelijke groente, maar als personage is het een echt schot in de roos. Het poffen, die kolf, de popcorn,... Je kunt er zoveel mee doen.”
Hoe beslis je welke karaktertrekken je geeft aan elk van de personages?
Bieke: “De karakters zijn echt gebaseerd op de kenmerken van het groente/ fruit en wat we ermee associëren." Zo heb je bijvoorbeeld Teddy Tomaat, die echt de ‘lieverik’ van de groep is, voor mij was dat voor de hand liggend want een tomaat is echt een comfort groente is. Denk maar aan bolognaise, tomatensoep,... Ook de ronde vorm van een tomaat heeft iets lief en zacht, op die manier is het personage Teddy Tomaat tot stand gekomen.”
Wat is het verschil tussen het schrijven van een kartonboekje en een prentenboek?
Bieke: “Er zit een duidelijk verschil in leeftijdsgroep én opbouw. Kartonboekjes zijn bedoeld voor de allerkleinsten, meestal van 1 tot 4 of 5 jaar, afhankelijk van het thema. Die boekjes hebben korte, eenvoudige teksten op rijm, om het speels en ritmisch te houden.
Een prentenboek daarentegen richt zich op oudere kinderen, tot ongeveer +/- 9 jaar. Daar draait het echt om het verhaal: er is een duidelijke opbouw, spanning, een climax en een verrassend of vertederend einde.
Het schrijven van een prentenboek vraagt daardoor ook iets meer tijd en aandacht. Je moet zorgen dat de structuur klopt, dat het verhaal blijft boeien én dat de emoties juist zitten. Het is een andere manier van schrijven, maar allebei even fijn om te doen.”
Wat is je favoriete boek om voor te lezen?
Bieke:
“Dat is vragen om te kiezen tussen je kinderen - lacht- Maar als ik echt moet kiezen dan is dat 'Erwtjes in de ruimte'. Het is zo’n heerlijk fantasierijk boek, met leuke pageturners en een verrassend einde.
Ik kan er ook echt mijn hart in leggen tijdens het voorlezen: er zit veel ruimte in voor intonatie, wat het extra leuk maakt om te brengen. En de illustraties zijn prachtig—zo kleurrijk en sprekend, helemaal in het ruimte-thema.
Ook al zijn ze nog zo klein, de erwtjes zijn top personages om over te schrijven. Dat avontuurlijke en die droomwereld is een heerlijke combi als schrijfster. Stay tuned, want met deze personages komt er echt nog heel veel leuks aan. Er zitten zeker al drie nieuwe boeken met de erwtjes in mijn hoofd.”
Nog een laatste vraag van benieuwde volgers: wanneer komt er een nieuw boek uit en over welk van de personages zal dit gaan?
Bieke: “In het najaar verschijnen er twee nieuwe boeken. Het eerste dat zal verschijnen is een kartonboekje over Robby Framboos. Dit nieuwe kartonboekje zal gaan over het thema emoties, wat echt een heel dankbaar thema is met veel toegevoegde waarde, dat ook lang relevant is, wat ik ook merk bij mijn eigen kinderen. Daarnaast komt er in september een nieuw prentenboek. Dit keer steelt Gina Aubergine de show. Maar meer kan ik hier nu nog niet over kwijt ;).”
Het verhaal achter HÖNGRY is er dus eentje vol creativiteit en met de nodige dosis liefde voor fruitige fantasie. Één ding weet ik zeker: de wereld van HÖNGRY smaakt naar meer!